De huidlaser produceert een zeer krachtige lichtgolf van één bepaalde golflengte die selectief opgenomen wordt door de rode bloedcellen in de uitgezette adertjes.

Door de hoge energiedosis en de extreem korte pulsduur ontstaat er een selectieve beschadiging van deze afwijkende adertjes. Dit wordt zo precies gedaan dat de omgevende normale weefsels nauwelijks beïnvloed worden. De beschadigde adertjes worden nadien opgeruimd door het lichaam.

Het voordeel is dat de huid niet dient aangeprikt te worden en dat de behandeling daardoor vlot kan verlopen en soms als meer comfortabel wordt ervaren in vergelijking met het scleroseren. De behandeling wordt wel meestal als pijnlijk ervaren. Het innemen van een pijnstiller voordien kan nuttig zijn. Deze lasertechniek is echter enkel mogelijk op zéér kleine adertjes. Adertjes die groter zijn dienen nog steeds op een andere wijze te worden behandeld bvb door sclerotherapie of operatief.